Skip to main content

Peter en Els gingen aan de slag met het boekje over het levenseinde

REDMAR SMIT  – Het levenseinde is geen onderwerp waar we graag en makkelijk over praten. Toch is dat wel belangrijk, want vroeg of laat krijgen we er allemaal mee te maken. De christelijke zorgverzekeraar ging met het onderwerp levenseinde aan de slag. Naast informatie over euthanasie, palliatieve sedatie, hulp en vergoedingen maakte ze ook het schrijfboekje Mijn levenseinde. Peter en Els Vooijs gingen ermee aan de slag. ‘Door het te bespreken, wordt de dood ook minder eng.’

Collega Peter Vooijs was betrokken bij het maken van het boekje. ‘Ik heb gezien hoe belangrijk het is om te spreken over je wensen rondom het levenseinde’, vertelt hij. ‘De laatste jaren hadden we binnen de familie een aantal overlijdensgevallen. Bij een aantal regelden wij ook allerlei zaken rondom het overlijden. We kwamen erachter dat er bepaalde belangrijke dingen niet besproken waren. En heel eerlijk: ik denk dat dat voor veel mensen geldt. Het is een onderwerp waarover we het liever niet hebben. Het is geen gezellig gesprek dat je even zomaar tussendoor voert. We weten dat we eigenlijk dingen op papier moeten zetten. We roepen dan “ja”, maar je bent een half jaar verder en er is nog steeds niks gebeurd. We hebben ook een paar heel jonge sterfgevallen meegemaakt. Dan ga je er ineens toch meer over nadenken. En als ik kijk naar het overlijden van mijn moeder: we wisten eigenlijk vrij weinig van wat ze wilde. Er lag een boekje in de la met adressen, maar dat was het ook. Mijn ouders hebben het er samen ook niet vaak over gehad, al was mijn moeder zelf wel uitgesproken.’

Blijven praten
Dat was bij Els thuis wel anders. Daar werd open over het levenseinde gesproken. ‘De dood hoort bij het leven. Het is de enige zekerheid die je hebt. Bij ons aan tafel werd de erfenis bij wijze van spreken al verdeeld tussen de soep en het toetje: “Jij krijgt de lamp, want ik vind ‘m niet mooi.” Of: “Jij houdt van tierlantijntjes; dit gaat met jou mee.” Dit was dan gekscherend, maar er kwamen vaak wel serieuze gesprekken uit voort. Nadat mijn vader een hartstilstand kreeg, kon hij er niet meer over praten. Dat was te confronterend. Van mijn moeder, die nog leeft, weet ik wat ze wil en waar ik haar wensen kan vinden. Dat is zo belangrijk. Het is goed om daarover te blijven praten. Ze zijn vaak niet in beton gegoten. Ik werkte 45 jaar in de zorg en voerde veel gesprekken met mensen over hun levenseinde. Als het moment daar is, kunnen de wensen toch ineens anders zijn.’

‘Dit boekje is een mooi begin om het gesprek aan te gaan.’

– Els Vooijs

Hulpmiddel
Peter en Els hebben samen het boekje meerdere keren erbij gepakt. Els: ‘Onze wensen hebben we ook gedeeld met onze kinderen. Het gaat dan vooral over wensen na het overlijden. Wat we in de laatste fase van ons leven wel of niet willen, laten we binnenkort vastleggen in een levenstestament. Voor de kinderen is het fijn als het zwartop- wit staat en ze weten waar ze het kunnen vinden. Dit boekje is een mooi begin om hierover het gesprek aan te gaan. Ik denk namelijk dat het boekje veel onderwerpen behandelt waar je niet zo snel over praat met elkaar. Met het boekje heb je nu iets in handen wat ervoor zorgt dat je het makkelijker kunt bespreken. Het geeft je houvast. Het is niet zo dat we het boekje punt voor punt hebben besproken. Af en toe pakken we het erbij en hebben we het over bepaalde dingen die daarin aangereikt worden. Het boekje zet je echt aan het denken.’

‘Heb het er gewoon met elkaar over in een open en eerlijk gesprek’, vult Peter aan. ‘Het is zo belangrijk om het bespreekbaar te maken. Het gaat namelijk niet weg als je het negeert. Het boekje plant als het ware een zaadje, waardoor je er meer over gaat nadenken, dus gebruik dat hulpmiddel ook als je het lastig vindt. Het boekje kun je er makkelijk nog eens bij pakken. Het is ook geen gesprek dat je maar 1 keer voert. Blijf er zo af en toe over praten en delen. Met elkaar, met je kinderen of naasten. Dat hoeven geen gesprekken te zijn van: “En nu zetten we een pot koffie op tafel en we gaan het erover hebben.” Want dan komt er weinig van terecht. Houd het luchtig. Zelf zijn we ook niet zo van de loodzware gesprekken. Ik denk ook dat de dood ook minder eng wordt als je erover praat.’

Wensen
Erover praten én dingen vastleggen, is voor zowel jezelf als voor degenen die achterblijven belangrijk. Els heeft vaak bij een sterfbed gestaan vanwege haar werk in de zorg. Ik zag daar familieleden ruziemaken over een theepot. Of er was verschil in mening op medisch-ethisch vlak: “Moeder wilde het wel, maar ik kan het niet verantwoorden vanwege mijn geloof.” Of een dochter wil haar moeder niet kwijt en vraagt het zorgpersoneel alles op alles te zetten, terwijl moeder dat eigenlijk niet wilde. Als er dan niks zwart-op-wit staat … En als je er nooit over hebt nagedacht, is het misschien op een dag te laat. Dan wordt er voor jou beslist. Deze ervaringen maken dat ik heel praktisch naar het overlijden kijk. Het is belangrijk dat je naasten weten hoe je denkt over bijvoorbeeld palliatieve sedatie. Maar ook: wil je thuis sterven of wil je naar een hospice? Het is niet leuk om daarover na te denken, maar wel nodig. We willen het liefst gezond oud worden en zonder ellende in onze slaap gaan. Maar zo gaat het vaak niet.’ ‘Ook wensen voor je uitvaart zijn belangrijk om te bespreken’, vult Peter aan. ‘Vaak zijn het basisdingen. Wil je bloemen? Wie moeten er komen? Je kunt denken: ik ben er toch niet meer bij. Maar het gaat om de laatste eer bewijzen. Uit respect zul je als naaste die wensen uitvoeren. Nabestaanden moeten na de uitvaart ook weer het leven in, dus voor hen is het ook fijn als die op zo’n manier is gegaan, dat ze ook echt verder kunnen.’

Met je levenseinde bezig zijn, is soms ook confronterend. Els: ‘Peter is een paar jaar geleden behandeld tegen kanker. Voor de zekerheid hebben we al zijn wachtwoorden op een rijtje gezet. Ik vond dat moeilijk. Dat heeft even tijd nodig en uiteindelijk zakken die emoties weer. Ermee bezig zijn, zorgt ook voor dankbaarheid. We zijn dankbaar dat we er nog zijn, maar als het einde wel komt, kunnen we zeggen: “We hebben een goed en mooi leven gehad.”’

‘Het is een onderwerp waarover we het liever niet hebben.’

– Peter Vooijs

Vraag het boekje aan

Mijn levenseinde is een boekje met 56 vragen, bemoedigende bijbelteksten en meer. Het helpt u om terug, maar ook vooruit te kijken. U kunt uw antwoorden en wensen direct opschrijven. Vraag het boekje kosteloos aan via dechristelijke.nl/levenseinde. Daar vindt u ook andere belangrijke informatie over dit onderwerp.

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.